Rogelio Fernández, de buurman die op 50 meter van de familie Morales woonde, had María Teresa door de jaren heen discreet maar constant gesteund. Hij kwam af en toe langs om te informeren naar de voortgang van het onderzoek, bood hulp aan bij het ophangen van posters in afgelegen delen van de wijk of gaf bemoedigende woorden tijdens de moeilijkste momenten.
« Verlies het vertrouwen niet, Señora María Teresa, » zei Rogelio altijd als hij haar vond. Ze was bijzonder ontmoedigd. « Moeders hebben een speciale band met hun kinderen. Als Ana dood was, zou je dat voelen. Het feit dat je hoop houdt, betekent dat ze ergens nog leeft. » Rogelio had geleidelijk een duidelijker aanwezigheid in het dagelijks leven van de buurt verworven.
Hij was begonnen met het aanbieden van kleine reparaties aan huis, waardoor hij rechtmatig de huizen van zijn buren kon binnengaan. Hij was een klusjesman, rekende eerlijke prijzen en leverde kwaliteitswerk. Zijn huis, een gelijkvloers gebouw dat iets groter was dan de omliggende huizen, was een onbeduidend herkenningspunt in de buurt geworden.
In de loop der jaren had Rogelio een geïmproviseerde werkplaats in de achtertuin gebouwd, waar hij huishoudelijke apparaten repareerde. Het geluid van gereedschap ‘s avonds was onderdeel geworden van het normale straatgeluid. María Teresa had een oprechte dankbaarheid jegens Rogelio ontwikkeld, vermengd met de vertrouwdheid van jarenlange buurtgemeenschap. Hij was een van de weinigen gebleken die nooit hun interesse in de zoektocht naar Ana had verloren.
Hij had María Teresa’s beslissing om te blijven wachten nooit in twijfel getrokken. In 2007 begon María Teresa te lijden aan wat ze later zou omschrijven als zielsvermoeidheid. De constante zoektocht, de hoop die ze tegen alle verwachtingen in koesterde, en de druk om een gebroken gezin te onderhouden, begonnen hun fysieke en emotionele tol te eisen. Haar spaargeld was volledig uitgeput.
Haar gezondheid vertoonde tekenen van achteruitgang. Ze had een hoge bloeddruk ontwikkeld, leed aan chronische hoofdpijn en was de afgelopen twee jaar bijna 15 kilo afgevallen. Het moment dat alles zou veranderen, kwam op de meest onverwachte manier in de tweede week van september 2017, precies 15 jaar na Ana’s verdwijning.
Het begon allemaal met een routinecontrole door de gemeentelijke gezondheidsdienst in de wijk Santa María. Verschillende buren hadden geklaagd over vreemde geuren die uit verschillende huizen kwamen, problemen met de afvoer en vermoedens van illegale bouw die mogelijk in strijd was met de stedelijke regelgeving. De inspectie was gepland voor 15 huizen aan de Juárezstraat, waaronder het huis van Rogelio Fernández.
María Teresa had van de inspectie gehoord via mevrouw García, die had gezegd dat de inspecteurs dinsdagochtend zouden arriveren. Om redenen die ze niet helemaal kon verklaren, voelde María Teresa een onverklaarbare drang om met de inspecteurs mee te gaan toen ze Rogelio’s huis inspecteerden.