Ze verontschuldigde zich gewoon alsof de regen haar schuld was! »
Adriano hield een hele seconde zijn adem in.
« Hoe heet ze? »
« Lina. Ze is nu aan het werk, eigenlijk. »
De reünie
De bel boven de deur van de bakkerij rinkelde.
Binnen was Lina de tafels aan het afruimen, haar haar in een staart en haar handen nog steeds onder het meel.
Ze keek op – en verstijfde.
De oude man was er.
Hij glimlachte naar haar alsof ze iemand was die hij al jaren kende.
« Zij is het! » zei hij, zijn stem verstikt van emotie.
« Het is het meisje dat me geholpen heeft! »
De klanten draaiden zich om.
De manager liet bijna een dienblad vallen.
Lina’s ogen werden groot en haar wangen kleurden rood.
« Ik… ik liep gewoon met hem mee, » fluisterde ze. « Iedereen had dat kunnen doen. »
Adriano stapte naar voren – lang, sereen, het soort man waar mensen normaal gesproken voor terugdeinzen.
Maar zijn stem was zacht.
« Nee, » zei hij. « Niemand.
Alleen jij. »
De bakkerij werd stil. Een deur die ze nooit had verwacht open te doen.
Later, toen ze tegenover haar zat in het doorschijnende licht.
Die middag vertelde Adriano haar alles.
Hoe lang zijn vader al tegen geheugenverlies vocht.