De kleine kruidenierswinkel aan de rand van Willowbrook was doorgaans stil in de vroege avond. Toch had de stilte vandaag een ongewone lading. Midden in deze stilte stond de negenjarige Kayla, haar broertje stevig in één arm geklemd en een melkpak in de andere.
« Ik betaal als ik groot ben, beloofd, » fluisterde Kayla zachtjes, maar de hele winkel hoorde haar. Ze smeekte of smeekte niet. Haar ogen, vol vastberadenheid en eerlijkheid, waren strak op de kassière gericht. Het moment was bevroren – gespannen en vol verwachting.
De kassier, meneer Oliver, een forse man met dunner wordend haar, schudde vastberaden zijn hoofd. « Luister eens, jongen, je kunt daar niet zomaar mee weggaan. Leg het terug, anders moet ik iemand bellen. »
Kayla hield stand. Ze wiegde zachtjes haar broertje Ben, die zachtjes jankte. Net toen meneer Oliver naar de telefoon greep, rinkelde de winkeldeur zachtjes. Daniel Mercer kwam binnen, een man die iedereen die het lokale nieuws las meteen herkende.
Daniel Mercer, miljardair en oprichter van Mercer Foods, de supermarktketen waar ze in stonden. Gekleed in een onberispelijk pak, bleef hij even staan en voelde meteen de spanning in de kamer. Zijn blik viel al snel op het kleine meisje dat het pak melk vasthield.
Ze draaide zich dapper naar Daniel om, haar stem kalm en serieus. « Alstublieft, meneer, mijn broertje heeft sinds gisteren niets gegeten. Ik steel niet. Ik vraag u mij te vertrouwen. Ik zal betalen als ik ouder ben. »
Daniel, geïntrigeerd en ontroerd door de oprechtheid van het meisje, knielde neer om haar in de ogen te kijken. « Hoe heet je? » vroeg hij zachtjes.
“Kayla,” antwoordde ze vol vertrouwen, “en dit is Ben.”
« Ben je hier alleen? » Daniels toon was meelevend.
Ze knikte plechtig. « Mijn ouders zijn vertrokken en nooit meer teruggekomen. We verbleven in een opvangcentrum, maar ze wilden ons uit elkaar halen, dus zijn we vertrokken. »
Daniel voelde zijn hart pijn doen bij haar woorden, een bekende herinnering trok aan hem. « Ben je weggelopen om Ben te beschermen? »