In een rustig dorpje in de heuvels van de Provence, Frankrijk, woonden twee families die in de regio het gesprek van de dag waren.
De familie Moreau had tweelingdochters, Isabelle en Camille, die in alle opzichten identiek waren, van hun gezicht en lichaamsbouw tot de klank van hun stemmen. Niet ver daarvandaan had de familie Dubois ook eeneiige tweelingzonen, Luc en Philippe, die zo op elkaar leken dat zelfs hun eigen familieleden hen soms niet uit elkaar konden houden.
Het lot leek hun levens te verstrengelen. Naarmate de kinderen ouder werden, werden de twee tweelingparen verliefd op elkaar. Aanvankelijk vreesden hun ouders dat het verwarrend zou worden, maar toen ze zagen hoe diep hun genegenheid was, stemden ze er uiteindelijk mee in om hen te laten trouwen.
Toen de trouwdag aanbrak, stroomde het hele dorp naar het plein om te vieren. De wijn vloeide rijkelijk, er klonk muziek en er klonk gelach. Maar toen de gasten de twee bruidsparen naast elkaar zagen, barstten ze in lachen uit: