Gedurende de twaalf lange jaren van haar huwelijk droeg Elena Ramírez een geheim met zich mee dat ze nooit van haar lippen liet verdwijnen.
Voor iedereen om haar heen was ze het toonbeeld van een toegewijde echtgenote – elegant, sereen, getrouwd met een gerespecteerd zakenman. Ze woonde in een prachtig huis in Del Valle, bracht twee welgemanierde kinderen groot en had een leven waar anderen vaak van droomden. Maar achter de perfecte façade was haar hart niets meer dan as.
Toen ze voor het eerst ontdekte dat Raúl haar had verraden, was haar jongste dochter net vier maanden oud.
Het was een grijze, regenachtige ochtend in Mexico-Stad. Elena werd vroeg wakker om de fles van de baby klaar te maken, maar zag dat de rechterkant van het bed leeg was. Toen ze langs Raúls kantoor liep, bleef ze even staan. De zachtblauwe gloed van de monitor onthulde het gezicht van haar man – teder glimlachend terwijl hij mompelde tegen een jonge vrouw tijdens een videogesprek.
« Ik mis je, lieverd. Ik wou dat je er vanavond bij was. »
Zijn stem had een warmte die Elena nog nooit eerder had gehoord. Haar handen begonnen te trillen. De fles gleed uit haar handen en rolde over de vloer. Ze confronteerde hem niet. Ze schreeuwde of huilde niet. In plaats daarvan draaide ze zich om, ging terug naar de kamer van haar baby, hield haar dochter stevig vast en begreep dat er iets diep in haar zojuist was overleden.
Vanaf dat moment koos Elena voor stilte.
Er waren geen dramatische gevechten, geen beschuldigingen, geen uitingen van jaloezie. Alleen maar rustig volhouden.
Raúl zette zijn dubbelleven voort – zijn ‘zakenreizen’, zijn nachtelijke vergaderingen, zijn luxe cadeaus die haar rust moesten schenken. En Elena zette het hare voort – gestaag doorwerkend in haar kleine psychologiepraktijk, al het geld sparend dat ze kon, en een rustige emotionele wereld opbouwend waar alleen haar kinderen, Diego en Camila, binnen mochten.