Ik had nooit gedacht dat mijn leven op mijn zestigste zo’n vreemde wending zou nemen. Ik, een vrouw die altijd voorzichtig was en volgens principes leefde, had mijn hele leven gewijd aan mijn gezin, mijn man en mijn kinderen… plotseling, van de ene op de andere dag, raakte ik mijn verstand kwijt en sliep ik met een vreemde.
Toen ik de volgende ochtend mijn ogen opendeed, werd ik overmand door zo’n sterk gevoel van angst en verbijstering dat mijn hart stilstond. Deze man stond vlak naast me, zijn haar al grijs, zijn gezicht onbekend, maar toch had hij iets verontrustend vertrouwds.
De avond ervoor had ik iets te veel gedronken op het verjaardagsfeestje van een oude vriendin. Sinds mijn man is overleden, hebben mijn vrienden me altijd aangemoedigd om uit te gaan om aan mijn eenzaamheid te ontsnappen. Ik had alleen maar gedacht aan chillen en vroeg terug zijn, maar de wijn en muziek hadden me meegesleurd in een wervelwind van emoties.
Deze man – Don Ramírez – arriveerde op het feest met een kalme en elegante uitstraling. We kletsten wat en konden het uiteindelijk goed met elkaar vinden. Uiteindelijk, toen we vertrokken, kan ik me nauwelijks herinneren dat ik ermee instemde om naar huis gebracht te worden.
Wat er daarna gebeurde, is als een mist, een leegte in mijn geheugen. Ik herinner me alleen de greep van zijn hand, de intensiteit van zijn blik en hoe jarenlange eenzaamheid me gek had gemaakt.
Toen ik wakker werd, bevond ik me in een vreemd appartement, naast een vreemde man. Mijn lichaam trilde, vervuld van angst en een vreemd gevoel dat er iets mis was. Ik zocht wanhopig naar mijn telefoon, mijn horloge… en net op dat moment draaide hij zich om, keek me aan en glimlachte.
“Goedemorgen… gaat het?” zei hij met een diepe, zachte stem, alsof hij een geheim verborgen hield.
Mijn hart bonsde. Voordat ik kon reageren, verschoof zijn blik… en vestigde zich op een foto op het nachtkastje, vlak naast het bed. De foto gaf me het gevoel dat ik in een afgrond viel: het was Don Ramírez in het gezelschap van een andere man die ik maar al te goed kende: mijn overleden echtgenoot Alejandro.
Ik verstijfde. Waarom stond Alejandro – die vijf jaar geleden overleed – op deze foto naast Ramírez? Hoe was hun relatie?
Herinneringen kwamen boven: Alejandro sprak bijna nooit over zijn jeugdvrienden. Hij was geheimzinnig over zijn verleden, en ik heb daar nooit aan getwijfeld. Maar nu had ik het bewijs: ze kenden elkaar goed genoeg om samen een ingelijste foto te hebben, in een intieme setting.
Ik confronteerde hem meteen:
« Wie ben jij eigenlijk? Waarom heb je hier een foto van mijn man? »