Ramirez zweeg even en zuchtte toen.
« Alejandro en ik waren klasgenoten… en ook kameraden in moeilijke tijden. Het leven heeft ons gescheiden, en ik had nooit gedacht dat ik je onder deze omstandigheden nog zou ontmoeten. »
Zijn woorden bezorgden me rillingen. Hoe was het mogelijk dat de beste vriend van mijn man in de tientallen jaren dat we getrouwd waren, nooit was verschenen? Waarom kwam ik pas nu, in zo’n pijnlijke en verwarrende situatie, achter zijn bestaan?
Ramirez keek me aandachtig aan en voegde eraan toe:
« Er is nog iets… iets wat je moet weten. Voordat hij stierf, heeft Alejandro me een bericht achtergelaten. »
Ik had het gevoel dat de wereld stilstond. Al die jaren had ik geleefd met de gedachte dat zijn dood plotseling was gekomen en me geen boodschap had nagelaten. Maar nu kreeg ik te horen dat hij inderdaad iets onafgemaakts had achtergelaten.
De kamer, verlicht door de eerste zonnestralen die door het raam naar binnen stroomden, werd benauwd. De zwakte van de vorige nacht had me neerslachtig gemaakt, maar de onthulling van vanochtend verbrijzelde me nog verder.
Ik wilde opstaan en weggaan, maar iets in mij hield me tegen: angst, nieuwsgierigheid en een vreemd gevoel dat mijn leven voorgoed zou veranderen.
Ramírez gaf me een kop thee, zijn blik kalm maar vol mysterie. Toen begon hij me te vertellen: toen ze jong waren, deelden hij en Alejandro jaren van strijd, dromen en geheimen die ze nooit met iemand deelden.
Uiteindelijk, langzaam en kalm, zei hij:
« Alejandro gaf me een brief voordat hij stierf. Daarin vroeg hij me om voor je te zorgen als ik ooit de kans zou krijgen. Hij wist dat eenzaamheid je op een gegeven moment hard zou treffen. »
Tranen welden op in mijn ogen. De man van wie ik mijn hele leven had gehouden, had tot zijn laatste ademtocht aan me gedacht. Toch had het lot me in de armen van zijn beste vriend geworpen, te midden van verwarring en schuldgevoel.
Ramirez sloeg zijn ogen bedroefd neer.
« Ik heb nooit gewild dat het zo zou aflopen. Maar misschien had het lot andere plannen. Nu wil ik gewoon eerlijk tegen je zijn. »
Mijn hart brak. Aan de ene kant voelde ik me getroost door de ontdekking hoeveel Alejandro van me hield. Aan de andere kant voelde ik me gevangen in een ondraaglijke tegenstrijdigheid: ik was in een toestand van zwakte gevallen, in de armen van een man die niemand minder was dan de beste vriend van mijn man.
De waarheid schokte me. Ik wist niet of ik dankbaar of vloekend moest zijn, moest wegrennen of blijven. Ik had maar één ding in gedachten: wat er die nacht gebeurde en wat ik de volgende ochtend ontdekte, zou de rest van mijn dagen bepalen.
Was het het lot… of een onvergeeflijke fout?