Het leven daarna was niet perfect. Hannah wist niet veel over koken of dieren verzorgen, maar ze wilde het graag leren. Beetje bij beetje begon ons huis te veranderen. Het huis waar ooit de stilte weerklonk, vulde zich nu met gelach en de geur van warme maaltijden. Een jaar later werd onze zoon geboren. Twee jaar later kregen we een dochter. Elke keer dat ik ze ‘mama’ en ‘papa’ hoorde noemen, wist ik dat ik de beste beslissing van mijn leven had genomen.
De buren plaagden me nog steeds en noemden me dom omdat ik « een last mee naar huis nam ». Ik glimlachte alleen maar. Zolang Hannah en ik van elkaar hielden, deed niets er meer toe.
Toen, op een lentemorgen, veranderde alles. Ik was in de tuin aan het werk toen ik buiten het gerommel van motoren hoorde. Drie zwarte SUV’s stopten voor onze poort, wat alle aandacht in de buurt trok.
Een paar mannen in dure pakken stapten uit, keken om zich heen en bleven voor Hannah staan. Toen boog een van hen zijn hoofd lichtjes en zei:
« Juffrouw, we hebben u eindelijk gevonden. »
Iedereen verstijfde. Ik stond daar sprakeloos. Hannahs gezicht werd bleek, haar hand trilde toen ze de mijne pakte. Een man met zilvergrijs haar stapte naar voren, zijn stem brak van emotie.
« Mijn dochter… ik zoek je al meer dan tien jaar. »
Ik was verbijsterd. Het bleek dat mijn vrouw helemaal niet dakloos was. Ze was de dochter van een rijke zakenman uit Chicago, geboren in een familie die een keten van bedrijven bezat. Jaren geleden, na een bittere erfenisstrijd, was ze van huis weggelopen en weigerde ze deel uit te maken van die hebzuchtige wereld. Om aan de aandacht te ontsnappen, had ze een rustig leven geleid – en er zelfs voor gekozen om te bedelen, zodat niemand haar kon vinden.
Tranen stroomden over Hannahs gezicht terwijl ze alles uitlegde.
« Toen dacht ik dat ik nergens heen kon. Als je me niet had opgenomen, denk ik niet dat ik nu nog zou leven. »