Haar vader schudde me stevig de hand en zei:
« Bedankt dat je mijn kind hebt beschermd. Geld en luxe betekenen niets vergeleken met wat je haar hebt gegeven: een echt thuis en liefde. »
De menigte die me ooit had bespot, bleef nu stil staan. Niemand kon geloven dat de ‘dakloze vrouw’ die ze hadden bespot, eigenlijk de dochter van een miljonair was – en dat ik, een simpele klusjesman, zijn schoonzoon was geworden.
Maar voor mij deed dat er allemaal niet toe. Toen ik naar Hannah keek, zag ik dezelfde zachte, vermoeide ogen die ik die koude winterdag voor het eerst had gezien. Ik hield van haar, niet om haar naam of haar rijkdom, maar om haar hart – hetzelfde hart dat mijn eenzame huis stilletjes in een thuis had veranderd.
Sindsdien is ons verhaal een soort legende geworden in de stad. Mensen roddelen niet meer; in plaats daarvan vertellen ze het als een herinnering dat liefde niet geeft om waar je vandaan komt – alleen om waar je hart ligt. En elke winter, als ik de sneeuw buiten ons raam zie vallen, dank ik in stilte het lot dat me die dag naar Hannah heeft geleid.