Het was een warme middag in het dorp.
Ik, Hanh, hurkte neer en verzamelde droge takken om het vuur aan te steken.
Bij de deur keek mijn tienjarige zoon mij met zijn onschuldige ogen aan.
“Mam, waarom heb ik geen vader zoals mijn klasgenoten?”
Ik kon het niet beantwoorden. Tien jaar zijn verstreken en ik kan nog steeds geen antwoord op die vraag vinden.
Jaren van spot en vernedering
Toen ik zwanger werd, begonnen er geruchten door het dorp te gaan:
« Schande! Zwanger zonder man! Een schande voor je ouders! »
Ik zette mijn tanden op elkaar en verdroeg het allemaal.
Terwijl mijn buik steeds dikker werd, werkte ik waar ik maar kon: wieden, rijst oogsten, afwassen in een restaurant.
Sommigen gooiden afval voor mijn huis, anderen spraken luid toen ik voorbijliep:
“De vader van uw kind moet gevlucht zijn… wie zou zo’n schande willen dragen?”
Ze wisten niet dat de man op wie ik verliefd was, dolgelukkig was toen hij hoorde dat ik een kind verwachtte.
Hij vertelde me dat hij naar huis zou gaan om met zijn ouders te praten en hun zegen voor het huwelijk te vragen.
Ik geloofde hem met heel mijn hart.