Maar de volgende dag was hij spoorloos verdwenen.
Vanaf dat moment wachtte ik elke dag op hem: geen nieuws, geen berichten.
De jaren verstreken en ik voedde mijn zoon alleen op.
Er waren nachten dat ik hem haatte vanwege de pijn die hij me deed denken; andere nachten dat ik huilde en bad dat zijn vader nog leefde… ook al was hij me al vergeten.
Tien jaar strijd
Om mijn zoon naar school te kunnen sturen, heb ik onvermoeibaar gewerkt.
Ik spaarde elke cent en slikte elke traan in.
Toen andere kinderen hem uitlachten omdat hij geen vader had, omhelsde ik hem stevig en zei:
« Je hebt je moeder, zoon. En dat is genoeg. »
Maar de woorden van mensen waren messen die herhaaldelijk mijn hart doorboorden.
‘s Nachts, terwijl hij sliep, staarde ik in het lamplicht en dacht ik aan de man van wie ik hield – zijn glimlach, zijn warme ogen – en huilde ik stilletjes.
De dag dat de luxe auto’s voor mijn huis stopten
Op een regenachtige ochtend was ik bezig met het naaien van de kleren van mijn zoon, toen ik het lawaai van motoren hoorde.
De buren kwamen nieuwsgierig naar buiten.
Voor mijn bescheiden huis stonden een aantal schone, glimmende, zwarte auto’s opgesteld, duidelijk uit de stad.
Het gemompel begon: