Op een dag vertrok ik vroeg van mijn werk. Ik wist dat mijn oom mijn zoon met een jeep zou ophalen, dus keek ik stiekem in de kast – wéér was er geld verdwenen. Ik besloot een kleine camera in de kamer te zetten, in afwachting van wat er zou gebeuren.
De volgende dag zag ik iemand de kamer binnenkomen en voorzichtig de la opentrekken. En het was niet Papa Dan, maar mijn zoon. Mijn hart zonk in mijn schoenen. Dat had ik niet van hem verwacht.
Toen ik hem confronteerde en hem het bewijs liet zien, huilde hij en fluisterde:
“Mam, ik heb net een klein bedrag meegenomen om een verjaardagscadeau voor mijn vriendin te kopen…”
Toen ik dat hoorde, voelde ik verdriet en wroeging. Ik gaf mezelf de schuld dat ik hem niet goed had opgevoed, dat ik hem stiekem geld had laten aannemen. Ik schaamde me nog meer toen ik bijna ten onrechte Papa Dan beschuldigde – de man die ooit had geweigerd een biologische zoon te krijgen, alleen maar om mij al zijn liefde te geven.
Die avond verontschuldigde ik me bij mijn oom. Hij pakte alleen mijn hand: « Kinderen weten niet hoe ze moeten vragen. Je kunt het ze leren. » Toen moedigde ze haar neefje aan door hem verhalen te vertellen over vroeger, toen hij een jojo wilde kopen maar er niet om durfde te vragen aan mama, en uiteindelijk verzamelde hij lege flessen om te verkopen voor wat geld – en hij glimlachte vriendelijk. Zonder een woord van verwijt.
Ik zat naast mijn zoon, leerde hem hoe hij « alsjeblieft – dank je wel – vergeef me » moest zeggen en legde hem uit hoe zakgeld en sparen werkten. We maakten een spaarpot met drie compartimenten: