Tijdens de literatuurles boog Amelia Grant, die naast Darius zat, zich naar hem toe en fluisterde: « Waarom heb je hem niet geslagen? Iedereen is doodsbang voor Colton, maar jij zag eruit alsof je dat niet was. »
Darius glimlachte flauwtjes. « Want vechten is niet de eerste oplossing. Mijn oom zegt dat echte kracht discipline is. »
« Het lijkt wel alsof je ergens voor traint, » drong Amelia aan.
Hij aarzelde even en gaf toen toe: « Taekwondo. Sinds mijn vijfde. »
Haar wenkbrauwen gingen omhoog. « Je had hem dus echt plat kunnen slaan. »
Darius haalde zijn schouders op. « Daar gaat het niet om. Als ik mezelf moet verdedigen, doe ik dat. Maar dat is niet het doel. »
Terwijl Amelia over zijn woorden nadacht, streelde Colton zijn ego met nieuwe verhalen over het koffie-incident. Zijn vrienden spoorden hem aan. « Je moet hem op zijn plaats houden. Mensen kijken toe. »
Vrijdag had Colton zijn volgende zet al gepland. Gymles zou het perfecte podium zijn.
Die middag deden de leerlingen basketbaloefeningen. Darius deed mee, zijn voetenwerk soepel en precies, zijn bewegingen gecoördineerder dan de meesten opmerkten. Een paar teamgenoten fronsten bewonderend hun wenkbrauwen. Colton zag het echter als een bedreiging.
Tijdens een toneelstuk sloeg Colton opzettelijk met zijn schouder tegen Darius. « Oeps, » zei hij spottend.
Darius herstelde zich en bleef zwijgen. Het spel ging door totdat Colton zijn arm greep en hem naar achteren duwde. De bal rolde weg.
« Blijf uit mijn buurt, rookie, » gromde Colton.
Er begon zich een kleine groep te vormen. De gymleraar was druk bezig aan de andere kant van het veld, met zijn fluitje in de hand maar afgeleid. Colton duwde opnieuw. « Wat ga je doen? Weglopen, net als de vorige keer? »
Deze keer bewoog Darius niet. Zijn kaken spanden zich en zijn houding veranderde. Voor de meesten was het subtiel, maar voor iedereen die getraind had, was de houding onmiskenbaar: evenwichtig, klaar.
“Niet doen,” zei Darius kalm.