Julia knikte. Ze wist niet waarom ze het deed. Ze probeerde geen indruk te maken. Het was geen daad van rebellie. Ze had gewoon het gevoel dat niemand anders het zou doen, en dat hem daar laten alleen maar een klein maar wreed onrecht zou toestaan. Kenji aarzelde. Zijn handen trilden lichtjes, maar hij stond op. Hun stappen naar de dansvloer waren traag en voorzichtig.
Aanvankelijk merkte niemand hen op, maar toen ze de rand van de kring dansers bereikten, begonnen de ogen te draaien. Een serveerster en de Japanse miljonair dansten. De muziek ging door, maar de gesprekken vervaagden geleidelijk, alsof er iets niet paste in het perfecte plaatje van die avond. Julia danste niet als een professional, maar haar passen waren oprecht.
Ze keek Kenji in de ogen met een tederheid die niets terugverlangde. Kenji van zijn kant bewoog zijn voeten onhandig, maar met waardigheid. Ze dansten niet goed, maar ze dansten wel. En even, een kort, fragiel, mooi moment, leek het alsof de wereld hen accepteerde. Mensen keken naar hen, ja, maar zonder te spreken. Sommigen met verbazing, anderen met een soort respectvolle nieuwsgierigheid.
Er zat iets poëtisch in die scène. Zelfs de dj, zonder te weten waarom, liet het nummer nog een paar seconden langer doorspelen. Julia glimlachte. Kenji glimlachte nauwelijks. Het was de eerste keer die avond, en even geloofde ze dat alles goed zou komen, dat dit kleine gebaar genoeg was om de kloof te overbruggen, dat de barrière tussen hen en ons met één dans gebroken kon worden.
Maar toen klonk er een lachsalvo door de lucht. « Wat is dit? » zei iemand vlak bij de bar. Een andere, luidere stem. « Kijk daar eens, de serveerster en de miljonair. Het enige wat ze nog hoeft te doen, is hem kussen om de fooi te verdienen. » En toen, als een vonk op benzine, veranderden de gemompelde stemmen in gefluister. Het gelach nam toe, de blikken werden grimmig, niet van iedereen, maar van genoeg.
Julia voelde de klap, niet fysiek, maar innerlijk. Een zweepslag van schaamte die over haar ruggengraat liep en in haar gezicht brandde. Kenji stopte de beweging en keek haar aan. Er was iets anders in haar ogen. Nu was het geen woede meer, het was een soort stille teleurstelling, niet op haar, maar op de wereld. Julia sloeg haar ogen neer en deed een stap achteruit.
« Sorry, » mompelde ze nu in het Spaans, en vertrok. Ze liep snel naar de keuken, de stemmen negerend, de bevelen van haar baas negerend, die al fronsend naderde. Ze moest verdwijnen. Op dat moment wenste ze dat ze niets had gedaan. Een valse overwinning. Een vals moment. Het feest ging door, maar er was iets gebroken, en Kenji ging weer zitten. Weer alleen.
De keuken was klein, warm en vol lawaai, maar op dat moment was het voor Julia een toevluchtsoord. Ze legde haar handen op de stalen tafel en boog haar hoofd. Het zweet op haar voorhoofd vermengde zich met schaamte. Ze ademde zwaar, alsof ze kilometers had gerend. Haar hart bonsde in haar oren. Ze wilde verdwijnen. Wat heb ik gedaan? dacht ze.