Ik dacht ooit dat « voor altijd » begon met een witte jurk en gemompelde geloften. Ik had het mis. De mijne begon met de echo van weglopende voetstappen.
Het had de gelukkigste dag van mijn leven moeten zijn. Het gerechtsgebouw glansde van het gebabbel en de parfum; zonlicht stroomde door de hoge ramen en ving de glinstering op van de eenvoudige gouden ring om mijn trillende hand. Mijn verloofde, Ethan Walker, stond naast me, nerveus maar stralend – de man die ik vijf lange jaren had vertrouwd, degene die me veiligheid beloofde na een leven vol chaos. Ik dacht dat niets dat moment nog kon verstoren. Totdat ik mijn mond opendeed.
« Ik ben zwanger, » zei ik met trillende stem. « Je wordt vader. »
Zijn glimlach bevroor in de lucht. Toen knipperde hij, één keer, twee keer. De kleur verdween uit zijn gezicht. « Je bent… wat? »
Ik probeerde er een grap van te maken. « Zwanger. Verrassing? »
Maar zijn uitdrukking werd scherp, koud en afstandelijk. « Dat is geen verrassing, Emma. Dat is… » Hij zweeg even en zijn kaken spanden zich. « Dat is een val. »
Mijn maag kromp ineen. « Waar heb je het over? »
Hij streek met een hand door zijn haar en mompelde zachtjes: « Je hebt gewoon alles verwoest. Je hebt mijn leven geruïneerd. »
Nog voordat ik iets kon zeggen, draaide Ethan zich om en liep rechtstreeks de rechtbank uit. Hij liet mij daar achter in een goedkope kanten jurk, omringd door vreemden en een verbijsterde rechter die niet wist of hij mij moest feliciteren of om hulp moest roepen.
Die middag stortte alles in – het appartement dat we deelden, ons spaargeld, zelfs mijn richtingsgevoel. Binnen een paar dagen was mijn telefoon afgesloten, stonden mijn spullen in de opslag en sliep ik in mijn auto achter een supermarkt in Tulsa, Oklahoma.
De baby in mij schopte voor het eerst de avond dat ik een baantje als autowasser aannam bij een lokale garage. Het salaris was belabberd, maar dat kon me niet schelen. Ik moest gewoon doorgaan om te bewijzen dat ik het kon overleven.