4. Een stem uit de deuropening
En toen klonk er een diepe, bekende stem door de hal.
“Evelyn Carter?”
Iedereen draaide zich om. In de deuropening stond Thomas Mitchell , Laurens vader – eigenaar van een groot bouwbedrijf. Zijn gezicht was bleek geworden.
Hij stapte langzaam naar voren. « Jij bent het. »
De menigte keek toe hoe hij dichterbij kwam. Lauren keek verward, maar Thomas keek haar niet aan. Zijn ogen waren gericht op de vrouw op de grond.
Hij boog zich voorover om haar overeind te helpen. Zijn handen trilden. « Evelyn Carter… je hebt twintig jaar geleden mijn leven gered. »
Er klonk gezucht door de kamer.
Lauren fronste. « Pap, waar heb je het over? »
Thomas stemde kalmer. « Het was in Indiana. Ik reed laat op de avond na een storm naar huis. Mijn pick-up sloeg over de kop op de brug – ik zat vast. Iedereen passeerde me… behalve één vrouw. Ze trok me eruit, bracht me naar het ziekenhuis en betaalde mijn medicijnen toen ik niets meer had. Die vrouw was jij. »
Hij draaide zich naar zijn dochter om. « Lauren, als zij er niet was geweest, had je hier vandaag niet eens een vader gehad. »
Laurens mond viel open. De kleur verdween uit haar gezicht.
5. Waarheid en gevolg
Evelyn stamelde: « Ik… ik had niet door dat u het was, meneer Mitchell. Ik ben blij dat u er bent. »
Maar Thomas’ gezicht verhardde toen hij zijn dochter onder ogen kwam. « En zo betaal je vriendelijkheid terug? Door de vrouw te vernederen die mijn leven heeft gered – en die in haar eentje je man heeft opgevoed? »
Laurens ogen vulden zich met tranen. « Ik wist het niet! Ik dacht dat ze gewoon… »