“Juffrouw, eindelijk hebben we u gevonden,” zei een van hen.
De menigte viel stil. Hannahs gezicht werd bleek toen ze mijn hand vastpakte. Een man van middelbare leeftijd kwam dichterbij, zijn ogen glinsterden. « Mijn dochter, » fluisterde hij, « ik zoek je al tien jaar. »
Ik stond verstijfd. Hannah barstte in tranen uit en vertelde me alles. Ze was tenslotte geen bedelaar, maar de dochter van een rijke zakenman.
Tien jaar eerder had ze, na hevige gevechten over de erfenis, haar ouderlijk huis verlaten. Ze had ervoor gekozen om als zwerver te leven in plaats van deel te nemen aan de familieruzie.
Ze keek me door tranen heen aan. « Als je me geen thuis had gegeven, zou ik hier vandaag niet zijn. »