« Waarom? » Mijn stem brak. « Waarom zou hij haar leven laten beïnvloeden? »
« Hij zei dingen, » snikte Lisa. « Hij zei dat Emily verwend was, dat ik zwak was… »
Ik onderbrak haar, woedend. « Ze is ons kind. En jij hebt hem haar vertrouwen laten vernietigen. »
Lisa stortte in elkaar, snikkend in haar handen. Maar ik voelde niets. Niet toen.
Die nacht bleef ik niet. Emily was nu veilig bij me, en mijn plicht was duidelijk. De oorlog was me naar huis gevolgd. En hij was nog niet voorbij.
De ochtend brak aan in een verdeeld huis. Ik had niet geslapen. Ik zat in de logeerkamer van de barak, waar Emily eindelijk tegen me aanleunde en mijn mouw in haar dromen vastklemde. Elke keer dat ze jankte, streek ik haar haar glad en beloofde ik haar dat ze nooit meer zo bang zou zijn.
Het leger had me opgeleid voor gevechten, maar niets voor de familierechtbank. Binnen twee dagen had ik een afspraak met een advocaat – een oud-JAG-officier die het systeem kende. « Dit is verwaarlozing. Misbruik. Met medische rapporten en getuigenissen zal de rechtbank Lisa niet steunen. »
En ik had beide. De arts had haar gewichtsverlies, uitdroging en de talloze beten vastgelegd, die allemaal hun eigen verhaal vertelden. Er werden verklaringen verzameld en documenten ingediend. Plotseling was ik niet langer zomaar een soldaat – ik was een vader die voor de rechter moest vechten.
Lisa vocht terug. Ze huilde op de getuigenbank en beweerde dat ze gemanipuleerd was, dat ze niet had beseft hoe erg het was. Haar advocaat schilderde me af als de afwezige vader die oorlog boven familie verkoos. De woorden raakten me diep, maar ik bleef standvastig. Mijn dienst was voor hen, voor haar, voor Emily, voor thuis.
De rechter luisterde aandachtig.