Ik liep naar voren, mijn laarzen sloegen op de stoep met het gestage ritme van een soldaat die zich op vijandelijk terrein begeeft. Ik klopte één keer, vastberaden. De deur zwaaide open. Mark stond daar.
« Nou, kijk eens wie er terug is, » grijnsde hij, terwijl hij zijn fles optilde. « Kom je je prijs ophalen? »
Er knapte iets in me, maar discipline hield me overeind. Ik stapte naar binnen en deed de deur dicht. « Waar moet Emily vannacht slapen, Mark? Weer in de garage? »
Zijn grijns verdween even. Toen boog hij zich voorover. « Die jongen had discipline nodig. Lisa is het daarmee eens, toch, schat? »
Lisa’s lippen gingen open, maar ze zei niets. Ze zag er klein uit, schuldgevoel op haar gezicht.
Ik kwam dichterbij, met een lage, gevaarlijke stem. « Discipline is niet een kind uithongeren. Het is niet haar opsluiten alsof ze niets voorstelt. Je bent hier klaar. »
Hij lachte hol. « Wat ga je doen, soldaat? Me neerschieten? »
Dat hoefde niet. De zwaarte van mijn aanwezigheid was genoeg. « Ga weg. Vanavond. Of de mannen die ik heb gebeld, zorgen ervoor dat je verdwijnt. »
Echte angst flikkerde in zijn ogen. Hij keek naar Lisa, maar ze keek weg, de tranen rolden over haar wangen. Hij pakte zijn sleutels, mompelde iets en stormde naar buiten, de klap deed het kozijn trillen.
De stilte was benauwend. Ik draaide me naar Lisa om.