Sofía sprak nauwelijks. Ze leefde in stilte, soms knikkend of zachtjes huilend.
Esteban interpreteerde die stilte als hopeloosheid… maar ook als dankbaarheid. Hij twijfelde nooit aan haar. Hij voelde alleen maar mededogen.
In eerste instantie kwamen familieleden van beide kanten langs en boden hulp aan.
Maar na verloop van tijd dreef het leven hen uit elkaar. Bezoekjes werden zeldzaam. Esteban nam het hen niet kwalijk.
Hij wist dat de zorg voor een verlamd iemand een lange en eenzame weg is. Niet iedereen heeft de kracht om die met je mee te maken.
Het leven werd routine, traag en pijnlijk, totdat die dag kwam.
Esteban Hij was onderweg naar een reparatiecentrum toen hij zich plotseling herinnerde dat hij zijn portemonnee thuis had laten liggen.
Er zaten belangrijke documenten, geld en een bonnetje in dat hij moest afleveren. Hij draaide zich om en dacht dat hij maar even naar binnen zou gaan.
Maar toen hij de deur opendeed… verstijfde hij.