Ik verstijfde, niet in staat te bevatten wat ik zojuist had gehoord. « Wat? »
Zijn blik ontmoette eindelijk de mijne, maar die was leeg. « Ik wilde haar niet op de foto’s rondom het huis hebben als ze er niet vaak zou zijn. Het zou… verwarrend zijn geweest. »
Het voelde alsof iemand me op mijn borst had geslagen, waardoor alle lucht uit mijn longen werd geblazen. Mijn oren suisden en even kon ik niet eens een antwoord formuleren.

Stel drinkt koffie | Bron: Pexels
« Je wilde dat ik de voogdij opgaf? » Mijn stem werd luider en brak van woede. « Zie je mijn dochter maar een paar keer per jaar? Sarah, ze is mijn kind. Zij komt op de eerste plaats. Dat wist je vanaf dag één! »
Sarah deinsde terug, tranen welden op in haar ogen. « Ik dacht dat je de dingen anders zou zien als we eenmaal samen zouden wonen. Dat je… een beetje zou loslaten. »
« LOSLATEN? » Ik sprong op, mijn handen trilden. « Dit is geen slechte gewoonte die ik kan opgeven, Sarah. Ze is mijn dochter. Mijn wereld. Hoe kun je denken… »
Ik zweeg even en graaide de verlovingsring van haar vinger voordat ze kon reageren. Het metaal was ijskoud in mijn hand toen ik hem tussen ons in op tafel legde. Haar ogen werden groot van schrik toen ze wanhopig naar de mijne reikte.
« Verpest dit niet, » smeekte ze met gebroken stem. « Ik kan veranderen. We kunnen nog steeds trouwen! Doe dit alsjeblieft niet. »

Stel samen in een kamer | Bron: Pexels
Ik trok mijn hand terug en schudde langzaam mijn hoofd. De woede was overgegaan in iets zwaarders: walging, teleurstelling en verdriet.
« Nee, Sarah. De schade is al aangericht. Ik wil niet trouwen met iemand die mijn dochter als wegwerpartikel ziet. »
Haar gezicht vertrok, de tranen stroomden over haar wangen. Ze schoof haar stoel zo hard naar achteren dat hij op de grond viel, stormde de keuken uit en haar snikken galmde door het hele huis. Even later sloeg de voordeur zo hard dicht dat de muren ervan trilden.