Ik ben Nam, een derdejaarsstudent. Sinds mijn moeder vijf jaar geleden overleed, woonde mijn vader alleen in het dorp. Ik dacht dat hij voor altijd alleen zou blijven, dat hij nooit zou hertrouwen.
Maar op een middag ging de telefoon.
« Nam, kom dit weekend terug. Ik heb je iets belangrijks te vertellen. » Papa’s stem was diep en vastberaden.
Mijn hart klopte. Iets belangrijks?
Papa is terughoudend en belt zelden, behalve om te vragen hoe het met me gaat. Die nacht kon ik niet slapen; ik was rusteloos.
Zaterdagmorgen reed ik met de auto weer naar huis.
De vertrouwde straten, de rijen bomen, de oude pannendaken leken me plotseling vreemd. Ik haastte me naar de markt. De deur van het huis ging open…
Daar was papa. Naast hem, een vrouw. Ik verstijfde even. Toen keek ik naar beneden… Haar buik – rond, dik – leek een onmiskenbaar geheim te verbergen.
Ik zuchtte, mijn hart bonkte:
— “Nee… onmogelijk…”