De volgende dag kwam Sophia me opzoeken. Haar stem trilde en haar ogen zochten de mijne.
– Daniel… Het spijt me. Ik weet dat je ooit om me gaf, maar we waren te jong. Ik gaf ook om jou, maar ik had nooit gedacht dat we een toekomst zouden hebben. Het leven nam zijn pad en op de een of andere manier leidde het me naar je vader. Het was nooit mijn bedoeling om je pijn te doen.
Ik balde mijn vuisten en kneep mijn keel dicht:
– Je zegt dat je me geen pijn wilde doen, maar toch heb je mijn vader gekozen. Weet je hoe ondraaglijk dat is?
Tranen stroomden over haar wangen terwijl ze haar armen beschermend om haar gezwollen buik sloeg. Ik voelde me verscheurd toen ik naar haar keek – woede en medelijden botsten in me.
Die avond opende ik de oude lade waar de laatste brief van mijn moeder bewaard werd. Haar vertrouwde handschrift luidde:
– “Daniel, ik hoop alleen dat je met vriendelijkheid leeft, leert liefhebben en je familie koestert. Als je vader ooit hertrouwt, vergeef hem dan alsjeblieft. Laat hem niet alleen oud worden.”