« Dit is Emily, » zei ze duidelijk. « Haar dag. Haar bruiloft. Stacey, ik hou van je. Maar het stelen van de vreugde van je zus is niet de manier om onze pijn te helen. »
Haar stem brak. « Als je pijn hebt, kom je naar mij. Maar je doet je zus geen pijn om jezelf beter te voelen. »
Stacey’s uitdagende masker wankelde. Ze deinsde achteruit, met trillende lippen, en trok zich zwijgend terug naar de achterste bank.
Mama draaide zich naar mij om, haar ogen vol tranen.
Je hebt geen perfecte jurk nodig om een prachtige bruid te zijn. Je hart, je kracht, je liefde voor Mark – dat is wat straalt.
Alleen ter illustratie.
Met haar naast mij liep ik naar het altaar.
De ceremonie ging in een waas voorbij. De geloften, de kus, het applaus – ik voelde me nauwelijks aanwezig.
De ontvangst was harder. Gasten lachten zielig, fluisterden in de hoeken. Ik probeerde te dansen en te glimlachen, maar niets voelde echt.
Stacey was weg. Ze was meteen na de ceremonie verdwenen – nog steeds in mijn jurk.
Later die avond, toen de meeste gasten al vertrokken waren, kwam ze terug.
Ze had zich weer omgekleed in vrijetijdskleding en droeg de jurk in een kledinghoes. Haar gezicht was vlekkerig en haar ogen rood van het huilen.
« Emily, » fluisterde ze. « Het spijt me zo. »