Vanaf dat moment heb ik mezelf voorgenomen om zijn resterende dagen zacht te maken.
Ik kocht hem elke winter warme kleren, maakte rijstsoep als hij buikpijn had en masseerde zijn pijnlijke voeten. Ik had nooit gedacht dat hij me iets zou nalaten. Ik hield gewoon van hem als van mijn eigen vader.
Op 85-jarige leeftijd begon zijn hart te falen. De dokter waarschuwde ons dat de tijd drong. Op een middag riep hij me bij zich, zijn stem trilde terwijl hij een gescheurd kussen omhoog hield.
“Voor… Maria…”
Enkele minuten later was hij verdwenen.
Die nacht sloeg ik mijn kussen open – en ik snakte naar adem. Er zaten gevouwen bankbiljetten, oude munten en drie spaarboekjes in. Hij had elk klein bedrag gespaard van zijn kinderen en de verkoop van een stuk land. Verstopt in dat kussen lag zijn laatste geschenk.
In een klein briefje stond: