« Dochter, je bent de liefste ziel die ik ken. Ik heb weinig na te laten, maar dit is van jou. Geef mijn kinderen niet de schuld; ik heb dit zelf gekozen, want jij zorgde voor me toen niemand anders dat deed. »
Ik heb de hele nacht gehuild – niet om het geld, maar om de liefde erachter. Mensen zeiden:
« Wat kon Ramón in vredesnaam achterlaten? Hij had niets! »
Ze hebben de waarheid nooit geweten: zijn grootste erfenis was liefde, dankbaarheid en de stille waardigheid van een man die vriendelijkheid nooit vergat.
Dat kussen ligt nog steeds op mijn bed – een herinnering dat ik ooit niet alleen een schoonvader had, maar een tweede vader.