“Word wakker, luizen!”
Een ijskoude schok doorstak Emily Carters lichaam nog voordat ze haar ogen opendeed. Ze sprong overeind en snakte naar adem toen het ijskoude water door haar pyjama en lakens sijpelde. Haar haar plakte tegen haar gezicht, druipte, en haar tanden begonnen te klapperen.
Aan het voeteneind van het bed stond Margaret Carter, haar schoonmoeder.
« Niemand in dit huis slaapt tot twaalf uur, » snauwde Margaret, haar stem scherp en meedogenloos. « Je bent getrouwd in een hardwerkend gezin. Sta op en verdien je plek. »
Emily verstijfde, haar lichaam trilde niet alleen van de kou, maar ook van de vernedering. Ze had pas om middernacht geslapen – het was pas negen uur, en ze had overgewerkt na een dubbele dienst in het plaatselijke restaurant. Ze deed haar mond open om zich te verdedigen, maar er kwam niets uit.
Haar man, Ryan, stormde enkele seconden later de kamer binnen. « Mam! Wat ben je aan het doen? »