Georges hart bonsde toen hij de woorden van zijn zoon voelde. De rollen waren omgedraaid: de vader die ooit zijn zoon beschermde, werd nu zelf verdedigd. En Stephanie, de vrouw die dacht dat ze de overhand had, stond plotseling op wankele grond.
De confrontatie op de oprit verspreidde zich snel door de buurt. Tegen de avond verspreidde het nieuws zich: Stephanie had haar schoonvader geslagen en David had standgehouden.
Binnen in huis zat George aan de keukentafel, zijn handen om een kop hete thee gevouwen. Tegenover hem bleef David stil, diep in gedachten verzonken. Stephanie was na het inpakken van een paar koffers naar het huis van haar moeder gestormd, wat een sfeer van spanning, maar ook van helderheid achterliet.
« Pap, » zei David uiteindelijk, de stilte verbrekend. « Ik had het eerder moeten beseffen. Ik had moeten zien hoe ze je behandelde. Het spijt me dat je dit alleen moest doorstaan. »
George schudde zijn hoofd, een flauwe glimlach speelde om zijn lippen. « Je bent mijn zoon. Ik wilde nooit een last zijn. Ik dacht dat zwijgen de beste manier was om je te beschermen. »
David boog zich voorover. « Je bent geen last. Je bent mijn vader. Je zult hier altijd thuishoren. » Zijn stem brak toen hij sprak, maar zijn blik bleef vastberaden.
Voor George waren die woorden krachtiger dan welke verontschuldiging dan ook. Ze bevestigden dat zijn offers niet voor niets waren geweest.
In de daaropvolgende weken diende David een verzoek tot scheiding van Stephanie in. Haar gebrek aan respect was niet zomaar een fout; het onthulde een kant van haar die hij niet langer kon negeren. Vrienden en familie die het verhaal kenden, prezen David voor zijn steun aan zijn vader en noemden hem een man met principes.