Ik keek Mason nog een laatste keer aan. « Je kunt nu weggaan, of achteroverleunen en tot het einde luisteren. Maar als je denkt dat er ook maar enige kans op vergeving is, dan heb je niet begrepen wie ik ben. »
We verlieten de hut rond 21.00 uur. Binnen lag Mason roerloos en Clare zat opgerold in een stoel, haar hand op haar buik. We liepen zwijgend naar de auto.
« Wil je iets eten? » vroeg Tyler zachtjes. « Ik ken een klein restaurantje in Chelan dat laat sluit. Hun kippensoep is prima. »
Ik lachte. Een schorre lach, onverwacht, maar waar. « Ja. Ik heb honger. »
We zaten naast elkaar in een klein eetcafé. We analyseerden niet wat er net gebeurd was. We praatten over kalmere dingen. Hoe Tyler ooit een patisserieopleiding had overwogen, hoe ik ervan droomde een boekwinkel-café te openen. We werden geen geliefden. Maar die avond besefte ik dat ik iets stevigers had gevonden: een vriend.
Zes maanden later zat ik op het balkon van mijn kleine strandhuisje in Port Townsend naar de golven te kijken. De scheiding was in minder dan twee maanden rond. Ik kreeg het grootste deel van de woning, inclusief een afkoopsom van het huisje. Ik had geen behoefte aan een plek vol spoken.
Mason verloor zijn promotie. Zijn baas kwam er uiteindelijk achter, en hij werd langzaam van grote projecten afgehouden. Clare is vorige week bevallen. Tyler stuurde me een berichtje: « De baby is er. Gezond. Een klein meisje. De emoties vliegen alle kanten op, maar we doen ons best. » Er stond een foto bij: een klein handje dat Clares vinger vastpakte. Ik weet niet of ze weer bij elkaar zijn, maar ze leren duidelijk om eerlijk te zijn.
Wat mij betreft, ik woon alleen met uitzicht op de oceaan. Ik heb mijn baan als financieel adviseur opgezegd en werk nu zelfstandig als financieel adviseur. Ik heb geleerd om de stekker eruit te trekken, te rusten en adem te halen. Tyler en ik houden contact. Soms een simpel berichtje, soms een telefoontje van een kwartier om te vragen: « Hoe gaat het? » Meer heb ik niet nodig. We hebben samen een van de langste nachten van ons leven overleefd.
Op een ochtend in maart, bij zonsopgang, werd ik eerder wakker dan normaal. Niet voor een vergadering, maar gewoon omdat ik er zin in had. Mijn hart was niet langer zwaar. Ik voelde me niet langer de vrouw die ik achterliet. Mason kwam in mijn leven om me een kostbare les te leren: vertrouwen geef je niet aan iemand die niet weet hoe hij het moet beschermen. Liefde houdt geen stand als er geen eerlijkheid is.
Ik herinner me de laatste keer dat ik Mason zag, op een benefietgala in Seattle. Hij stond aan de andere kant van de zaal naar me te kijken. Hij was veranderd – slanker, stiller.
Hij zei zachtjes: « Harper. »