Zijn blik bleef op mij gericht en zijn stem trilde:
« Jij… jij bent de dochter van de oprichter van deze pandjeshuisketen. Meer dan twintig jaar geleden verdween zijn dochtertje met haar oppas. De naam die op deze hanger gegraveerd staat… die is van jou. En de datum – die klopt perfect. »
Ik stond verlamd. Mijn oren suisden, mijn hart bonsde hevig alsof het elk moment kon barsten. Het snuisterijtje waarvan ik ooit dacht dat het waardeloos was, bleek in werkelijkheid de sleutel tot het onthullen van wie ik werkelijk was.
Tranen stroomden terwijl ik stamelde:
“Dus… ik ben nooit echt in de steek gelaten… Ik ben de vermiste dochter van een rijke familie, al die jaren verloren…”
Eén deur van het lot was dichtgeslagen, maar nu ging er een andere open, die mij naar een leven leidde dat ik me nooit had kunnen voorstellen.
De jonge vrouw verstijfde en klemde de ketting met trillende handen vast.
« W-wat… wat zei je net? » mompelde ze ongelovig.
De pandjesbaas keek haar recht in de ogen en herhaalde langzaam:
« Jij bent het kind van de beroemdste pandjeshuiseigenaar van de regio. Meer dan twintig jaar geleden werd zijn pasgeboren dochtertje rechtstreeks uit het ziekenhuis gestolen. Die baby… was jij. »