« Wij rennen niet naar het westen, » zei ik. « Wij gaan naar het oosten. Naar New York. »
« Dat is riskant », waarschuwde hij. « Als het onderzoek je met hem in verband brengt, zal Manhattan vol ogen zitten. »
« Precies. Ze zullen Catherine in New York zoeken – een wanhopige vrouw die haar man achterna zit. » Ik ontmoette zijn blik. « Niemand zal Elena zoeken. Een consultant die maanden eerder arriveert dan zij. »
Hij begreep het. « Je bouwt een leven op in hun achtertuin. Voordat ze er komen wonen. »
« Niet om ze te confronteren, » zei ik. « Niet om mezelf bloot te stellen. Om toe te kijken. Om erbij te zijn wanneer de last van hun leugens alles te gronde richt. »
Hij dacht na en knikte toen. « Ik bouw een achtergrond voor je die sterk genoeg is voor Manhattan. »
« Doe het, » zei ik. « Laat hem denken dat hij voor staat. Als zijn kaartenhuis instort, staat Elena al overeind. »
Een nieuwe realiteit
Die avond arriveerde Marlene – Marcus’ meest vertrouwde gepensioneerde maatschappelijk werker – met een slanke leren portfolio. Ze legde hem op tafel als een heilig boek.
« Je nieuwe identiteit, » zei ze.
Er zaten documenten in die echter waren dan vervalsingen: een geboorteakte van een kind dat in 1985 als baby was overleden, een geldig burgerservicenummer (BSN), diploma’s in bedrijfskunde en organisatieontwikkeling uit jaren waarvan de archieven toevallig corrupt waren geraakt, en een werkgeschiedenis bij bedrijven die inmiddels waren gefuseerd of gesloten.
Allemaal aannemelijk. Allemaal solide.
« Elena Taylor, bedrijfsadviseur », zei Marlene. « Gespecialiseerd in leiderschapstransities. »
Perfect. James’ nieuwe bedrijf zou groeien door kleinere kantoren op te slokken – het soort chaos waar Elena gemakkelijk in terecht zou komen.
Ik streek met mijn vingers over de reliëfzegels en kredietrapporten die een bescheiden maar stabiele levensduur aangaven. « Het is fantastisch. »
Marlene glimlachte. « Dimmitri maakt geen vervalsingen. Hij creëert realiteiten. Elena is geen vermomming. Ze is een persoon die het systeem herkent. »
Het vuur knetterde zachtjes terwijl ik de papieren bestudeerde. Iets sterkers dan woede kwam in me op.
Stroom.