Die ochtend bracht mijn vrouw hem wat atole, en ik ontdekte dat hij niet meer ademde. Ik voelde geen enkele emotie, deels omdat hij oud was, deels omdat… ik gewend was geraakt aan zijn aanwezigheid, als een schaduw in huis.
De begrafenis was eenvoudig. Niemand in de familie van mijn vrouw was rijk, dus mijn vrouw en ik regelden alles.
Drie dagen later stond er een man in pak voor de deur en ik liet bijna het glas water dat ik vasthield vallen.
Het was een advocaat met een stapel dossiers. Nadat hij mijn identiteit had gecontroleerd, gaf hij me een rode map en zei:
« Volgens het testament van de heer Velasco bent u de enige erfgenaam van al zijn persoonlijke bezittingen. »
Ik lachte zachtjes, denkend dat hij een grapje maakte. « Wat voor dingen? Hij heeft mijn familie twintig jaar lang uitgebuit; hij had niet eens een paar fatsoenlijke sandalen. »
Maar de advocaat begon de volgende pagina’s met ernst: