1. Ze beperken de suikerconsumptie
Freepik-afbeeldingen
Mensen die er op hun zestigste jonger uitzien, beschouwen suiker als een incidentele verwennerij, niet als een dagelijkse metgezel. Het gaat hier niet om het verbieden van desserts, maar om het doorbreken van de moderne gewoonte om suiker toe te voegen aan elke maaltijd, elk drankje of elke saus.
Glycatie treedt op wanneer suikermoleculen zich binden aan huideiwitten, waardoor collageen verstijft en de elasticiteit ervan afneemt. Stel je voor dat je huid van binnenuit karamelliseert: in plaats van een heerlijk korstje ontstaan er rimpels en verslapping.
Deze mensen lezen etiketten aandachtig. Ze weten dat pastasaus geen 12 gram suiker nodig heeft en dat een « gezonde » granolareep meer suiker kan bevatten dan een chocoladereep.
Hun smaakpapillen hebben geleerd de natuurlijke zoetheid van fruit te waarderen in plaats van bewerkte voedingsmiddelen.
2. Ze stellen zich niet te veel bloot aan de zon.
Sommige mensen brachten de jaren 80 door met het zoeken naar de perfecte bruine kleur door zich in te smeren met kokosolie. Tegenwoordig vertoont hun huid tekenen van veroudering: droog, stijf en ruw. Degenen die overmatige blootstelling aan de zon vermeden, zien er daarentegen aanzienlijk jonger uit.
Schade door UV-straling ontstaat langzaam en is aanvankelijk onzichtbaar. Maar in de loop der jaren manifesteert het zich in de vorm van vlekken, rimpels en een ruwe huid.
De frisse zestiger jaren vermeden de zon niet uit angst: ze leerden zichzelf te beschermen met schaduw, een hoed en zonnebrandcrème. Dat is vaak effectiever dan welke anti-rimpelcrème dan ook.