Celeste snelde naar haar toe, in haar armen. Margaret legde fragmentarisch uit: de wrede verloofde die ze was ontvlucht, de schaamte om alleen een kind op te voeden, de angst om Edwards fortuin mee te slepen in haar gebroken leven. Ziekte en uitputting hadden haar uiteindelijk teruggedreven.
Edward luisterde zonder oordeel. Zijn stem brak toen hij zei: « Jullie zijn nu veilig. Jullie allebei. »
Vanaf dat moment veranderde het huishouden. Celeste werd niet langer als personeel behandeld, maar als familie. Aurora slenterde door de zonovergoten gangen, aanbeden door zowel Margaret als Edward. Het ooit zo rustige landhuis vulde zich met gelach en slaapliedjes
Toch bleef Celeste soms even stilstaan bij de poort, denkend aan de nacht dat ze met haar zus in haar armen om werk smeekte. Dat ene moment had niet alleen een deur naar een schuilplaats geopend, maar ook naar haar verleden.