‘Mama zei dat de Kerstman ons weer vergeten was…’ vertelde een jongen aan een eenzame miljardair bij een bushalte op eerste kerstdag… – Beste recepten
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT
ADVERTISEMENT

‘Mama zei dat de Kerstman ons weer vergeten was…’ vertelde een jongen aan een eenzame miljardair bij een bushalte op eerste kerstdag…

‘Mama zei dat de Kerstman ons weer vergeten was…’ vertelde een jongen aan een eenzame miljardair bij een bushalte op kerstavond.

Mama zei dat de Kerstman ons weer vergeten was.

Een jongetje zei dit tegen een eenzame miljardair bij een bushalte op kerstavond.

De stad bruiste van de feestvreugde. Lichtjes fonkelden in de etalages. Gelach klonk uit de drukke restaurants en families, gehuld in sjaals, haastten zich door de straten met tassen vol lastminutecadeaus. De lucht was koud maar levendig – muziek, stemmen en de geur van geroosterde kastanjes.

Slechts twee straten verderop was van die vreugde geen spoor meer te bekennen.

Aan de rand van een stille stoep, onder een flikkerende straatlantaarn, stond een bijna vergeten bushalte. De bank was bedekt met sneeuw en het metaal voelde scherp aan. De enige geluiden waren af ​​en toe een voorbijrijdende auto en de wind die door de decembernacht sneed.

Mark Grant zat aan het uiteinde van de bank. Hij droeg een dikke jas, maar die voelde niet warm aan. Zijn gezicht was bleek en vermoeid – zo vermoeid dat het meer leek dan alleen slaap. Zijn donkere haar was warrig en zijn ogen, leeg en grijs, staarden in de verte. In zijn gehandschoende hand hield hij een papieren koffiebeker, koud en onaangeroerd. Hij zag eruit als zomaar een man die wachtte op iets dat nooit zou komen.

Tegenover hem zat een jonge vrouw voorovergebogen, haar zoontje in haar armen. Haar lange blonde haar was in een losse paardenstaart gebonden, plukjes vielen over haar blozende wangen. Ze droeg een dunne jas en versleten laarzen. Ondanks de kou glimlachte ze telkens als de jongen opkeek. Ze wreef zijn handjes tussen de hare, in een poging hem warm te houden.

De jongen, ongeveer zes jaar oud, had grote ogen en een rode neus. Zijn spijkerbroek was kort en de mouwen van zijn trui bedekten nauwelijks zijn schouders. Hij zat vrijwel roerloos, maar keek zo nu en dan richting de weg.

‘Mam, is dat onze auto?’ vroeg hij zachtjes, terwijl hij een andere SUV voorbij zag rijden.

Anna schudde haar hoofd. “Nee, schat. Er komt gewoon iemand anders naar huis.”

Jaime zweeg opnieuw, terwijl hij nog steeds naar de voorbijrijdende auto’s keek. Zijn blik bleef hangen op de verlichte ramen van de huizen, de silhouetten van lachende gezinnen – op een warmte die hij niet kon bereiken.

Een windvlaag stak op. Anna trok hem dichter naar zich toe. Hij leunde tegen haar schouder.

Er viel opnieuw een stilte bij de bushalte.

Zie meer op de volgende pagina. Advertentie

ADVERTISEMENT

Leave a Comment