Mijn naam is Dante Blackwood. Op mijn achtenvijftigste heb ik Blackwood Properties, een imperium van vijftig miljoen dollar, van de grond af opgebouwd. Ik ben een weduwnaar die vijf jaar geleden mijn geliefde vrouw Luna verloor, en vandaag had een van de gelukkigste dagen van mijn leven moeten zijn. Vandaag was de bruiloft van mijn zoon Colt.
Colt is, zoals iedereen zegt, perfect. Tweeëndertig jaar oud, met een MBA van Harvard, en een charismatische erfgenaam die ik mijn hele leven heb opgevoed. Hij was mijn gouden jongen, de zoon die me nooit in de steek heeft gelaten. Zijn vrouw, Iris Vale, werkte drie jaar als mijn assistente. Ze werd als familie voor me, vooral tijdens Luna’s ziekte, en zorgde voor alles zodat ik er voor haar kon zijn. Ze was briljant, aardig en, het allerbelangrijkste, ze maakte Colt gelukkig. Toen ze achttien maanden geleden verliefd werden, voelde ik me oprecht gelukkig. Het leek voorbestemd.
De bruiloft in het historische Mercer House moest een perfecte aangelegenheid worden. Driehonderd gasten, een zee van witte rozen en een smooth jazzkwartet. Elk detail was tot in de puntjes verzorgd, tot acht uur ‘s ochtends, toen Iris voor de deur van mijn kantoor verscheen. Ze was bleek en trilde, een schril contrast met de zelfverzekerde, competente vrouw die ik kende.
« Meneer Blackwood, » fluisterde ze met trillende stem, « ik heb u iets vreselijks te vertellen over Colt. »
Ik keek op van de speech die ik aan het poetsen was. « Wat is er? Ben je zenuwachtig voor de bruiloft? »