Vroeg thuiskomen
Ik landde op een woensdag, twee dagen eerder dan gepland. Mijn plan was simpel: het hotel overslaan, rechtstreeks van het vliegveld rijden en genieten van het comfort van mijn eigen bed. De rit naar huis was stil, gevuld met gedachten aan een warme douche en de veiligheid van mijn woonkamer.
Maar toen ik de deur opendeed, hoorde ik eerst het geluid.
Hameren. Boren. Lachen.
Toen kwam het zicht.
Mijn toilet – mijn echte toilet – stond als een puinhoop in de gang. De badkamer was volledig uitgebrand, met hangende snoeren en kapotte tegels. In de keuken waren de kastjes van de muren gerukt, potten en schalen lagen verspreid over de vloer. Er hing een dikke laag stof in de lucht.
En midden in dat alles stonden mijn zus Emily, haar man Rick en zijn ouders te grijnzen alsof het een familieproject was.
Emily keek me nonchalant aan. « We zijn aan het renoveren voordat we hier komen wonen. »
Rick grijnsde. Zijn vader grinnikte. Zelfs zijn moeder giechelde achter haar met verf bevlekte handschoenen.
Ik heb niet geschreeuwd. Ik heb niet gevraagd wat ze dachten dat ze aan het doen waren.
Ik zei alleen maar: « Oké. »
Ze dachten dat ik me overgaf. Ze vonden me zwak. Maar ‘oké’ was geen instemming. ‘Oké’ was strategie.
De geschiedenis tussen ons
Dat was niet altijd zo geweest.