Ze viel in zijn armen. « Hij zei dat Oliver niet van hem was… Hij heeft ons eruit gegooid. »
Martin klemde zijn kaken op elkaar. « Kom binnen, meisje. »
De volgende dagen paste Eleanor zich aan haar nieuwe realiteit aan. Het huis was klein, haar oude slaapkamer was vrijwel onveranderd. Oliver, die zich van alles niets aantrok, speelde en kletste, wat haar momenten van rust gaf te midden van haar verdriet.
Maar één ding zat haar dwars: de DNA-test. Hoe kon ze het mis hebben?
Wanhopig op zoek naar antwoorden ging ze naar het lab waar Gregory de test had uitgevoerd. Ook zij had connecties en had recht op een gunst. Wat ze ontdekte, deed haar huiveren.
De test was vervalst.
Ondertussen zat Gregory alleen in zijn landhuis, gekweld door de stilte. Hij hield zichzelf voor dat hij het juiste had gedaan: hij kon het kind van iemand anders niet opvoeden. Maar schuldgevoel knaagde aan hem. Hij vermeed Olivers oude kamer binnen te gaan, maar op een dag won zijn nieuwsgierigheid het van hem. Bij het zien van het lege ledikantje, de knuffelgiraffe en de schoentjes op de plank, knapte er iets in hem.
Zijn moeder, Lady Agatha, kon hem niet helpen.
« Ik heb je gewaarschuwd, Gregory, » zei hij, terwijl hij aan zijn thee nipte. « Claremont was nooit jouw gelijke. »
Maar zelfs zij was verrast toen Gregory niet reageerde.
Er gingen dagen voorbij. Toen, een week.
En toen kwam er een brief.
Geen afzender. Alleen een stukje papier en een foto.
Gregory’s handen trilden toen hij het las.