Stel je voor: je bent bij de dokter voor een routinecontrole en plotseling… is je bloeddruk 132/84 mm Hg. Dit was vroeger normaal. Nu wordt het geclassificeerd als stadium 1 hypertensie. Is dit reden tot bezorgdheid of waakzaamheid? Deze verandering in de drempelwaarden is controversieel, maar belangrijker nog, het roept een cruciale vraag op: voor wie zijn deze aanbevelingen eigenlijk bedoeld? En zijn ze geschikt voor iedereen?
Verlaagde drempels voor betere preventie
Tot voor kort werd hypertensie gedefinieerd als 140/90 mm Hg . Volgens de American Heart Association (AHA) en het American College of Cardiology (ACC) begint deze drempelwaarde momenteel bij 130/80 mm Hg . Dit is niet onbelangrijk. Deze nieuwe standaard is gebaseerd op de SPRINT-studie , uitgevoerd onder meer dan 9.000 mensen van 50 jaar en ouder met een risico op hart- en vaatziekten. Het resultaat: het streven naar een systolische bloeddruk van 120 mm Hg vermindert het risico op cardiovasculaire gebeurtenissen .
Maar achter deze cijfers schuilt een complexere realiteit . Is zo’n doel realistisch – of zelfs wenselijk – voor iedereen ?
