Het gefluister dat alles veranderde
Het was een warme zaterdagmiddag in een rustige buitenwijk van Denver, Colorado. De achtjarige Emily Carter zat op de rand van haar bed, met haar knuffelkonijntje in haar armen waar ze al sinds haar peutertijd dol op was. Haar handjes trilden en haar ogen waren rood van het huilen.
Beneden was haar moeder, Laura, de lunch aan het klaarmaken toen ze zachtjes gesnik uit Emily’s kamer hoorde komen. Geschrokken haastte ze zich naar boven en duwde zachtjes de deur open.
“Schatje?” fluisterde ze.
Emily keek op met haar betraande wangen. Zodra ze haar moeder zag, rende ze naar voren en verborg haar gezicht in Laura’s shirt. « Mama, » fluisterde ze door haar snikken heen, « hij heeft beloofd dat hij geen pijn zou doen. »
Laura verstijfde, haar hart bonsde. Ze trok Emily net ver genoeg terug om haar in de ogen te kijken. « Wie, schat? Wie heeft dit gedaan? »
Emily’s lichaam trilde. « Oom Mark, » fluisterde ze.