« Jij bent de moeder van soldaat Bondarenko, ik ben sergeant Melnik, zijn teamleider, » zei hij. « Ja, en waar is mijn zoon? » Marina’s stem kreeg onwillekeurig een stalen toon. Sergeant Melnik deinsde terug en keek weg, zijn blik angstig richtend op de ingang van de kamer. Marina realiseerde zich dat iemand naar het tafereel keek, maar ze draaide zich niet om, omdat ze duidelijk voelde dat iemand naar haar keek.
« Het punt is dat soldaat Bondarenko sinds gisteren ernstig ziek is van de griep en geïsoleerd ligt op de medische afdeling, » flapte hij eruit. « We hebben momenteel een epidemie in onze eenheid en het spijt ons zeer dat we die niet kunnen stoppen. » De sergeant sprak in één adem, alsof hij een uit zijn hoofd geleerde tekst reciteerde. Maar de zweetdruppels op zijn voorhoofd en de onnatuurlijk gespannen mondhoeken schreeuwden leugens.
Marina’s blik werd vlijmscherp en ze vroeg hoe ziek hij was. « Geïsoleerd? Dan ga ik zelf naar de ziekenboeg, » kondigde ze aan. « Ik kijk hem even snel aan en ga dan weg; meer heb ik niet nodig. » « O, dat is onmogelijk, absoluut onmogelijk! » riep sergeant Melnik bijna, zwaaiend met zijn armen.
Zijn overreactie versterkte Marina’s argwaan alleen maar, waardoor ze nog wantrouwender werd. Hij keek haar opnieuw aan, alsof hij geruststelling zocht, en verzamelde al zijn moed en vervolgde: « Volgens de voorschriften van de medische eenheid is toegang voor buitenstaanders ten strengste verboden. Ik begrijp uw gevoelens, maar dit is een quarantainebevel. » « Ik kan niets doen, maar Dima krijgt medicijnen, rust en herstelt snel. Ik zal hem persoonlijk in de gaten houden. » Op dat moment zag Marina met haar scherpe blik een man aan het einde van de gang, over de schouder van de sergeant heen.
Het was opperbevelhebber Pavel Kovalenko, die Marina had opgemerkt tijdens haar inspectie van het trainingscentrum. Een soldaat met een sluwe blik, altijd vleiend voor de sterkeren en wreed voor de zwakkeren. Hij stond daar als een regisseur, sergeant Melniks optreden gadeslaand. Melnik, die haar blik voelde, bewoog snel en probeerde Kovalenko’s zicht te blokkeren, maar het was te laat.
De subtiele blikwisseling en de spanning tussen hen waren totaal anders dan de typische situatie met een koele soldaat. Er was een duidelijke hint dat er een onaangename waarheid verborgen zat. Marina ging er niet verder op in, maar stond met een vriendelijke glimlach op. Sergeant Melnik was in de war door de plotselinge verandering in haar houding en wist niet wat ze ervan moest denken.
« Oké, aangezien dat de regels van de eenheid zijn, kunnen we niets doen, » zei ze kalm. « Zeg alsjeblieft tegen mijn zoon dat hij zijn medicijnen moet innemen en voldoende rust moet nemen. » « Kun je hem tenminste wat te eten geven? » vroeg ze, terwijl ze hem de tas overhandigde. Melnik slaakte een zucht van verlichting en nam hem snel aan, met de belofte alles zelf te bezorgen.