Amara zuchtte. « Ik deed het niet voor de aandacht. Ik kon het gewoon niet laten dat hij me zo behandelde. »
Ondertussen was de tegenreactie op Charles Whitmore direct voelbaar. Commentatoren in ochtendtalkshows herhaalden de clip en bekritiseerden zijn arrogantie. Activisten riepen op tot een boycot van zijn eigendommen. Zelfs sommige van zijn zakenpartners distantieerden zich uit bezorgdheid over hun imago.
Maar wat Charles het meest verbaasde, was niet de publieke verontwaardiging, maar de stille twijfel die zich in zijn hoofd begon te nestelen. Voor het eerst herbeleefde hij het moment in gedachten, terwijl hij haar stem hoorde: « Respect is niet iets dat je met geld kunt kopen. »
Aan het einde van de week was Amara te gast in verschillende televisieprogramma’s. Ze was zenuwachtig, maar toen de camera’s aangingen, sprak ze duidelijk en eenvoudig. « Ik ben geen held. Ik ben een serveerster die voor zichzelf opkwam. Geen enkele baan zou je waardigheid moeten opofferen. »
Haar woorden vonden veel weerklank buiten New York. Werknemers in diverse sectoren – obers, hotelpersoneel, winkelpersoneel – deelden hun eigen verhalen online, geïnspireerd door haar moed. Er ontstond een stille beweging onder hashtags als #StandWithAmara en #DignityFirst.
Charles vermeed aanvankelijk de pers. Maar de druk werd onoverkomelijk. Een week later verscheen hij op een geïmproviseerde persconferentie. Zijn gebruikelijke arrogantie was verdwenen. Zijn verklaring was kort.