Toen gebeurde het onverwachte. In plaats van de explosie die iedereen had voorspeld, viel Charles stil. Zijn hand, die de rand van de tafel vasthield, trilde lichtjes. Voor het eerst in jaren had iemand hem zonder blikken of blozen uitgedaagd.
De spanning in de zaal nam toe. De gasten wisselden blikken uit, onzeker of ze moesten ingrijpen of zwijgen. De machtsdynamiek was veranderd en Charles leek even de weg kwijt.
Zijn ogen zochten de hare, maar Amara’s blik bleef staan.
Op dat moment werd de miljardair die de bestuurskamers domineerde, politici intimideerde en concurrenten het zwijgen oplegde… met stomheid geslagen door een serveerster die simpelweg zei: « Nee. »
De maître d’, een man van middelbare leeftijd genaamd Richard, haastte zich naar hem toe, zijn gepoetste schoenen tikten op het hout. « Meneer Whitmore, laat ons dit alstublieft afhandelen, » zei hij nerveus, terwijl hij zijn hoofd boog. Toen keek hij Amara smekend aan en smeekte haar in stilte om haar excuses aan te bieden.
Maar Amara wilde niet. Ze had te veel dubbele diensten gedraaid, te veel onbeschofte opmerkingen moeten verduren en te veel trots moeten inslikken om dit moment te laten glippen. Ze voelde een vreemde helderheid: dit ging niet alleen over haar, maar over alle werknemers die als minderwaardig waren behandeld.