Maar Amara bewoog niet. Haar rug rechtte. Ze keek naar de vloeistofvlek op zijn schoenen en richtte toen haar grijze, doordringende blik weer op hem.
‘Nee,’ zei ze kalm, haar stem vastberaden, bijna zacht… maar krachtig genoeg zodat iedereen aan de nabijgelegen tafeltjes het kon horen.
Charles knipperde met zijn ogen en klemde zijn kaken op elkaar. « Pardon? »
« Je hebt het goed gehoord, » antwoordde ze, nog steeds het dienblad vasthoudend, haar uitdrukking vastberaden maar niet boos. « Ik ga hier niet knielen om je schoenen te poetsen. Ik ben hier om je te bedienen, niet om je ego te strelen. »
Het restaurant werd stil. Een ober achter de bar liet bijna een glas vallen. De maître verstijfde midden in zijn pas.
Charles’ vrienden lachten nerveus, wachtend op zijn uitbarsting. Hij boog zich voorover, zijn gezicht rood aangelopen. « Weet je wie ik ben? Ik zou dit restaurant wel tien keer kunnen overnemen. Ik zou je kunnen laten ontslaan voordat het dessert überhaupt geserveerd is. »
Amara knikte lichtjes, maar haar stem bleef kalm. « Ik weet precies wie u bent, meneer Whitmore. Dat weet iedereen. Maar respect is niet te koop. En ik laat me door niemand kleineren. »