« Genoeg van die verwijten. Het was gewoon een vakantie. Je had de tijd om ‘jezelf te vinden’, zoals je zegt. Laten we niet overdrijven. »
Maria draaide zich naar haar om met een koele, bijna meelevende glimlach:
« Het was niet zomaar een vakantie. Het was een les. Voor ons allemaal. Jij zorgde voor je zenuwen, en ik zorgde voor mijn ziel. En ik denk dat ik er beter van ben geworden. »
Klara bloosde, maar zei niets meer.
Felix stond op. « Kunnen we praten? Met z’n tweetjes? »
Maria knikte en ze liepen samen het balkon op. De zon ging onder en wierp een warm licht over de stad.
« Maria… ik heb veel aan je gedacht. Aan ons. »
« Toen je met mama aan het zonnebaden was? »
Felix sloeg verlegen zijn ogen neer.
« Ik wist niet hoe ik moest reageren. Ze heeft me in een lastig parket gebracht… »
« Een slap excuus. Je bent geen twintig. Je hebt een gezin. En je hebt ervoor gekozen er niet voor haar te zijn. »
Het werd stil. Je hoorde vogels en het verre gezoem van de stad.
« Ik wil dit allemaal oplossen. Ik wil dat we weer een gezin zijn. »
Maria keek hem aandachtig aan. Ze was niet langer de vrouw die ‘s nachts huilde en wachtte. Ze was niet langer degene die zichzelf opofferde « voor het welzijn van het gezin ».
« Ik wil niet terug naar hoe het was. Ik wil iets nieuws. Een partner die me ziet. Die voor me kiest – niet alleen als het makkelijk is, maar ook als het moeilijk is. »
« Wat als ik probeer die persoon te zijn? » vroeg hij hoopvol.