« Dan zul je het me moeten laten zien. Soms. Met daden. Niet met woorden. »
Hij knikte.
« Ik geef je de tijd. Ik kom in de buurt. Als je me ooit terug wilt, ben ik er voor je. »
Ze gingen weer naar binnen. De kinderen speelden met blokken. Klara zat op de bank, duidelijk verveeld.
« Kom, we gaan, » zei Felix. Hij keek naar haar moeder: « Ik loop met je mee. »
Klara wilde iets zeggen, maar zag ervan af.
« Oké. »
Ze vertrokken. Maria deed rustig de deur achter hen dicht. Ze keek op haar horloge – het was een uur voordat de kinderen naar bed gingen.