Feliks liep met een verlegen glimlach op Maria af.
« Je ziet er… anders uit, » zei hij, haar blik ontwijkend.
« Ja, en ik voel me anders, » antwoordde Maria kalm, met de stem van een vrouw die eindelijk haar waarde kent.
Klara knikte, alsof ze de transformatie goedkeurde, maar haar woorden waren gemeen:
« Fijn dat je eindelijk weer op de been bent. De kinderen zien er goed verzorgd uit… eindelijk. »
Maria reageerde niet meteen. Ze had geleerd niet impulsief te reageren, geen excuses te verzinnen.
« Mijn kinderen zijn altijd goed verzorgd. Maar nu hebben ze een moeder die vooruitkijkt, niet naar de grond. »
Feliks keek het appartement rond – schoon, vredig, met bloemen op het balkon. Er was geen rommel zoals hij zich had kunnen voorstellen.
« Maria, ik weet dat ik… gefaald heb. Ik wilde je geen pijn doen. »
Ze keek hem koel aan:
« Je hebt geen woord gezegd toen je moeder aankondigde dat ze met je meeging. » Je laat je stilte voor je spreken. Volgens haar geef je meer om haar comfort dan om de gezondheid van de moeder van je kinderen. Dat was jouw keuze, niet alleen die van haar.
Felix zuchtte en ging op de rand van de bank zitten. De kinderen keken hem aan – nieuwsgierig, maar ook afstandelijk.
« Het is moeilijk om nee te zeggen tegen je eigen moeder… »
« Is het makkelijker om je vrouw te verlaten? » vroeg Maria zonder haar stem te verheffen.
Klara onderbrak ongeduldig: