Ik rende naar de hoek en belde onmiddellijk het plaatselijke politiebureau.
« Ik denk dat er een indringer in mijn badkamer zit. Kom snel! »
Vijftien minuten later arriveerden er twee politieagenten en een buurtwacht. Ik leidde hen rechtstreeks naar de badkamer en wees hen de deur:
« Daar is hij! Hij komt er nog niet uit! »
Ze klopten stevig:
“Doe de deur open! Politie!”
Stilte. Toen Daniela’s verbaasde stem:
« Ja? Wat is er aan de hand? »
“Doe onmiddellijk de deur open!”
Ze kwam naar buiten, haar haar nat en in haar badjas. Haar gezicht verbleekte bij de aanblik van de politieagenten.
Een van hen ging de badkamer in. Ze doorzochten alles. Er was niemand. Het raam was dicht. Niets was misplaatst.
Maar toen…
« Hier zijn twee tandenborstels. En twee deodorants: één voor vrouwen en één voor mannen. »
Daniela trilde en kon niet praten.
Ik was geschokt. Mijn pasgetrouwde schoondochter verborg iets wat niemand had kunnen bedenken.
« Mevrouw Daniela, u moet ons naar het bureau begeleiden. We moeten een paar dingen verduidelijken. »
Onderweg bleef ze stil. Ik liep naast haar, mijn gedachten raasden door mijn hoofd. Ik wist niet of ik boos of bang moest zijn. Een deel van me voelde zich schuldig dat ik haar had bespioneerd… maar bovenal deed mijn hart pijn. Had ze me echt verraden?