« Oh schat, dat kan ik niet, » zei ik verbijsterd. « Je moet bij je familie blijven. »
Hij schudde zijn hoofd. « Mijn ouders zouden willen dat ik dit doe. Neem het alsjeblieft. »
Tranen vulden mijn ogen opnieuw – dit keer van dankbaarheid. « Dank je wel, lieverd. Je bent heel lief. »
Vriendelijkheid in de lucht
Toen ik in de businessclass aankwam, stonden er meteen twee mensen op: het waren zijn ouders.
Zijn moeder raakte mijn arm aan en zei hartelijk: « Maak je geen zorgen, je bent hier veilig. Ga alsjeblieft zitten. »
Zijn vader riep een stewardess, die me kussens en een deken bracht.
Ik liet me in de brede stoel zakken. De lucht voelde kalm en vredig aan. Ik legde Lily op mijn schoot; ze zuchtte een keer en viel in slaap.
Terwijl ik haar de fles gaf, rolden de tranen over mijn wangen. « Zie je wel, Lily, » fluisterde ik. « Er zijn nog steeds goede mensen op deze wereld. »
Maar het verhaal eindigde daar niet.
De stoelwisseling
Terug in de economy class ging de tienerjongen stilletjes op mijn oude stoel zitten, vlak naast de onbeschofte man.