Ze bleef in het openbaar aan zijn zijde, poseerde op sociale media met veel genegenheid en vertelde vrienden hoeveel ze van hem hield, ondanks zijn aandoening.
Maar achter gesloten deuren begonnen er scheuren te ontstaan. Ze zuchtte ongeduldig toen hij om hulp vroeg. Ze begon steeds vaker « naar feestjes » te verdwijnen.
En toen ze dacht dat niemand keek, sloeg haar gevoel om in irritatie.
Adriens borst werd met de dag zwaarder. De test werkte, maar veroorzaakte alleen maar pijn.
Op de achtergrond van zijn ongeluk stond iemand die hij nauwelijks opmerkte: Marbel, het stille dienstmeisje dat slechts enkele maanden eerder in het landhuis was komen werken.
Ze was noch opzichtig noch luidruchtig. Ze droeg een keurig paars uniform en bewoog zich met stille waardigheid.
Maar terwijl Cassandra met haar ogen rolde terwijl Adrien probeerde een glas water te pakken, was het Marbel die het hem voorzichtig aanreikte.
Toen Cassandra weigerde de rolstoel te duwen, deed Marbel dat stilletjes en leidde de rolstoel met zelfverzekerde tred door de tuinen.
Adrien begon haar anders te bekijken. Ze keek hem niet aan met medelijden of hebzucht. Ze zag hem als een man – gewond, maar nog steeds menselijk, nog steeds respectwaardig.
En voor het eerst in jaren roerde er iets in Adriens hart.
Dagen werden weken en Cassandra’s masker viel volledig af. Adrien zag haar minachting bij elke ontmoeting duidelijker.
Ze bespotte hem openlijk in de beslotenheid van haar huis en noemde hem ‘een schim van de man die hij ooit was’.
Het breekpunt kwam op een avond tijdens een uitgebreid terrasfeest. Cassandra, gekleed in diamanten en zijde, lachte luidkeels om haar vriendinnen.
Met een wrede glimlach wees ze naar Adrien, die in zijn rolstoel zat.